Vrijwilligers houden het Ter Horsterzand in goede conditie voor de jeneverbes

geplaatst in: Jeneverbes | 0

Vrijwilligers houden het Ter Horsterzand in goede conditie voor de jeneverbes

Henk Brink en Aart van den Berg houden ieder een eigen stuk van het ter Horsterzand vrij van opslag, afval en andere dingen die er niet thuis horen. Dat is goed voor de jeneverbes en ook voor de rest van de natuur van dit waardevolle gebied.

De twee zijn vrijwilligers voor Staatsbosbeheer met een apart plekje in hun hart voor de jeneverbes. Aart is ook actief bij de brigade van het Jeneverbesgilde van Kraloo. Henk is geen lid van het Gilde, maar denkt daar wel over. Boerenzoon Aart werd geboren in de buurt van het Gelderse Bennekom en woonde later in Nieuw Balinge. De wieg van Henk, ook boerenzoon, stond vlakbij het Ter Horsterzand. Hij woont nu in Beilen, maar voelt zich nog steeds betrokken bij wat hij zijn ‘oude achtertuin’ noemt.

Verjonging

Het resultaat van het werk van Henk en Aart valt meteen op als je langs het meertje van het Ter Horsterzand loopt. De opslag, vooral jonge berken, is deels verwijderd maar waar dat nog niet is gebeurd groeit het terrein snel dicht en dat is slecht voor het levende hoogveen dat daar te vinden is. Henk kreeg een compliment van een ecoloog die onderzoek doet in het natte deel van Ter Horsterzand . Hij moest vooral doorgaan met zijn opruimwerk, waarmee hij hoogveen in stand houdt. Op de heide in het drogere deel staan overal oude jeneverbessen, die daar zonder het werk van de twee vrijwilligers allang verdwenen zouden zijn. Tot vreugde van de twee duiken er  ook regelmatig jonge exemplaren op.

Bomkrater en recreatiedruk

Lopend over het terrein waar hij als jongetje speelde, pakt Henk een platgetrapt blikje op dat hij thuis zal weggooien. Aart trekt een scheut van een berk uit de grond. Het is niet enige wat de twee aantreffen tijdens hun werk. Een bomkrater uit de Tweede Wereldoorlog, verroeste munitie, een oude markesteen die Henk samen met Staatsbosbeheer in ere wil herstellen, een plek waar adders liggen te zonnen, een deel van het gebied waar brand gewoed heeft die kansen bood aan jonge jeneverbessen en ook de gevolgen van de toenemende recreatiedruk. Het is er allemaal.

Een plek om te koesteren zeggen beiden en ze nemen hun kinderen en kleinkinderen graag mee naar Ter Horsterzand. Het nageslacht heeft niet altijd belangstelling, zeggen ze, maar bij sommigen komt het al. In ieder geval willen ze zich blijven inzetten voor het behoud van de jeneverbes, die thuishoort in het Ter Horsterzand. Aart: ‘Dat is en blijft nodig. Niets doen is geen optie.’