Hoe vitaal zijn de Drentse jeneverbessen en wat is het verband tussen beheer en vitaliteit? Om die vragen te beantwoorden bezocht Marian Kedde vijftien gebieden waar brigades van het Jeneverbesgilde actief zijn. De antwoorden op de vragen komen begin volgend jaar, maar ondertussen denkt ze alweer verder en stelt nieuwe vragen.
Sommige brigadeleden zullen Marian in het afgelopen jaar ontmoet hebben toen ze Drenthe afreisde in het kader van haar stage bij Landschapsbeheer Drenthe. Ze verzamelde gegevens over de vitaliteit van de jeneverbessen en verwerkte die in een ‘paspoort’ voor elk gebied. Die gegevens gaan Dirk Matthijs Meijberg en Jens de Goede van Landschapsbeheer analyseren om er conclusies aan te verbinden. De conclusies willen zij presenteren op de informatieavond van het Jeneverbesgilde Drenthe in maart 2026.
Kennis vastleggen
De verzamelde gegevens gaan Meijberg en De Goede digitaliseren, zodat bij een volgend onderzoek de locaties van de onderzochte jeneverbessen eenvoudig terug te vinden moeten zijn. Marian: “Daarmee is ook de kennis van de leden van de brigades veiliggesteld voor hun opvolgers.”
En dan die nieuwe vragen. Marian: “Zo gaat dat, nieuwe kennis leidt tot nieuwe vragen. Maakt het bijvoorbeeld verschil als je in gebieden die begraasd worden door runderen de jeneverbessen beschermd met rasters? In de het Nuilerveld doen ze dat niet, in het Molenveld juist wel. En het is mooi als er ergens zaailingen opduiken, maar hoe kun je die helpen om op te groeien tot levenskrachtige, volwassen struiken? En nog zoiets, maakt het uit of je zoals in Kraloo een prunustrekker gebruikt of het, zoals in het Ruigeveld, bij snoeien laat?”
Keuzes maken
Marian wijst daarnaast op de noodzaak om keuzes te maken: ‘Dat is niet altijd gemakkelijk. Als je bijvoorbeeld grote hulstbomen moet kappen om ruimte te maken voor de jeneverbes, dan moet je kiezen. Daar ben ik ook niet blij mee, maar als je de jeneverbes wilt behouden dan kan het soms niet anders.’
Inmiddels is ze afgestudeerd en mag ze zich officieel ‘uitvoerder of opzichter in de groene ruimte’ noemen. Ze is nu op zoek naar een baan waarin ze haar kennis en ervaring in het maatschappelijk werk kan combineren met groenbeheer. Marian: “Bijvoorbeeld als werkbegeleider voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. En ik blijf me inzetten voor de jeneverbes. Ik neem mijn petje af voor de vrijwilligers. Die doen uitstekend werk.”
